Riviercruiseschepen niet meer overal welkom?
Riviercruises zijn een populaire vorm van vakantie. Ondanks de forse milieu-impact - cruises zijn de minst duurzame vorm van toerisme - blijft deze markt in Nederland groeien. Toch worden cruiseschepen niet overal met open armen ontvangen. Wat drijft een gemeentebestuur in hun keuzes en hoe kan het bestuur een heldere afweging maken? En wat is de daadwerkelijke milieu-impact van dergelijk toerisme?
In een aantal Nederlandse gemeenten heeft er een bestuurlijke afweging plaatsgevonden rondom riviercruises. Zo heeft de gemeente Amsterdam aangekondigd het aantal riviercruiseschepen in 2028 te willen halveren. In 2023 deden nog 2.200 schepen de stad aan, maar om de toeristenstroom te beperken, wordt dit aantal drastisch teruggebracht. Volendam en Marken zijn nog strenger: daar zijn riviercruiseschepen helemaal niet meer welkom. Tegelijkertijd groeit in steden als Gorinchem, Zaandam en Rotterdam juist het aantal schepen dat aanmeert. Ook in andere steden merken we een positieve attitude van het gemeentebestuur ten opzichte van riviercruises. Ginder deed recent onderzoek naar de impact van riviercruises.
BELANGENAFWEGING
Om een keuze te kunnen maken, is eerst helder inzicht in de effecten van riviercruises nodig op de lokale economie, samenleving en omgeving. De positieve effecten van riviercruises zijn vooral economisch en komen terecht bij lokale ondernemers zoals gidsen, winkeliers en horeca. Echter, de tijd van een puur economische blik is voorbij. Ook maatschappelijke en ecologische effecten spelen een belangrijke rol.
Duurzaamheid en klimaat zijn steeds belangrijker gezien de doelen die de overheid heeft. De ecologische effecten van riviercruises worden echter vaak maar gedeeltelijk onderzocht en in beeld gebracht. Hetzelfde geldt voor de maatschappelijke effecten. Worden deze effecten objectief gemeten, of baseren bestuurders zich op reacties van bijvoorbeeld inwoners en ondernemers?
ECONOMIE VERSUS ECOLOGIE
- Uit onderzoek van Ginder naar de effecten van riviercruises in Medemblik, Hoorn en Enkhuizen blijkt dat de effecten op de samenleving doorgaans beperkt zijn. De keuze is voor het bestuur dus eigenlijk: economische waarde versus ecologische waarde. Maar er zijn ook oplossingen die beide optimaliseren. We analyseerden daarvoor de economische en ecologische effecten van riviercruises.
> Het ecologische effect is groot. Het effect van de keuze voor mindere en/of schonere schepen is direct duidelijk en te berekenen. De CO2-uitstoot per passagier per dag is 2 tot 3 keer zo hoog als die van een gemiddelde autovakantie. Een directe bestuurlijke keuze voor walstroom (waarbij een schip gebruikmaakt van een aansluiting op het elektriciteitsnet van de wal) kan de uitstoot beperken of zelfs naar nul terugbrengen. Wanneer deze stroom ook nog eens groen is, is er geen CO2-uitstoot. Een gemakkelijke keuze voor de bestuurder. De aanleg van walstroom is echter kostbaar en wordt belemmerd door netcongestie. Als walstroom niet beschikbaar is, draaien schepen op dieselgeneratoren. De uitstoot van stikstof (NOx) van een schip dat één uur aan wal ligt, is vergelijkbaar met een benzineauto die een jaar rondrijdt. Voor een stad met 300 schepen per jaar staat dit gelijk aan de uitstoot van 5.000 auto’s! Een cruisevakantie met vlucht is qua uitstoot zelfs meer dan 20 keer zo vervuilend als een autovakantie. Dit roept de vraag op welke verantwoordelijkheid een bestuurder moet nemen.
> Economisch gezien zijn de effecten beperkt. Amsterdam en Rotterdam ontvangen veel schepen (respectievelijk circa 2.200 en 800 per jaar), maar in kleinere gemeenten zijn de economische effecten gering. Uit onderzoek van Ginder blijkt dat minder dan de helft van de bestedingen bij lokale retail- en horecaondernemers terechtkomt. Cruiseschepen bieden immers vaak ontbijt, lunch en diner aan boord, waardoor uitgaven in de stad beperkt blijven. Wel worden gidsen en touringcars lokaal en regionaal ingehuurd. In middelgrote steden zijn de bestedingen van riviercruisepassagiers niet hoger dan de jaaromzet van één of twee restaurants of souvenirwinkels.
> Daarnaast zijn er gemeentelijke inkomsten. Rotterdam kende een sterke groei van het aantal cruiseschepen, maar tot 2024 werd hier geen liggeld geheven en gold een vrijstelling van toeristenbelasting. Toen de wethouder dit ontdekte, besloot hij dit direct te veranderen. Door liggeld te innen genereert de gemeente Rotterdam inkomsten en kan het de kosten dekken. Tot jaarlijkse miljoenenbedragen leidt dit echter niet.
WELVAARTSEFFECTEN ONGELIJK VERDEELD
Uit het onderzoek van Ginder blijkt dat de welvaartseffecten ongelijk verdeeld zijn tussen inwoners en ondernemers. Ondernemers die dichtbij een haven zijn gevestigd, profiteren van bestedingen van passagiers, bijvoorbeeld via excursies of uitgaven in retail en horeca. Inwoners profiteren echter nauwelijks. Wel ervaren zij soms overlast, zowel van de schepen als van de passagiers. Licht-, geluids- en stankoverlast komen af en toe voor, met name door de dieselgeneratoren van schepen zonder walstroomvoorziening. Passagiers kunnen hinder veroorzaken door geluidsoverlast of het blokkeren van straten en verkeer. In de door Ginder onderzochte steden (Hoorn, Medemblik, Enkhuizen) vielen de sociale negatieve effecten echter mee.
Het bestuur van een gemeente heeft als geen ander een maatschappelijke verantwoordelijkheid: een goed werk- en leefklimaat waarborgen voor zowel de ondernemers als de inwoners. Het is dus de taak van het gemeentebestuur om de sociale waarde (in dit geval voor inwoners) te maximaliseren.
VOORBEELDEN VAN BESTUURKEUZES
Gemeenten hanteren verschillende strategieën. Volendam besloot in 2016 riviercruiseschepen volledig te weren, omdat de gemeente wel met de lasten te maken had (o.a. vuilwaterlozing, horizonvervuiling) maar niet met de lusten (in de zin dat riviercruisepassagiers bij de lokale ondernemers in feite niet veel besteedden, aldus wethouder Bootsman). De gemeente verkoos hierbij dus duidelijk de economische en sociale waarde boven de economische waarde. Andere plaatsen kozen voor een aanpak die een tussenweg bewandelt door walstroom te verplichten. Hierdoor blijven deze plaatsen aantrekkelijk voor de meeste rederijen, maar is er geen uitstoot van CO2.
ECONOMISCHE VERSUS ECOLOGISCHE WAARDE
Uiteindelijk zal het bestuur een keuze moeten maken die de maatschappelijke verantwoordelijkheid serieus neemt. Ginder vindt een verwelkomende houding ten aanzien van toerisme, zo ook voor riviercruisesschepen redelijk, maar niet tegen elke prijs. Als randvoorwaarde geldt daarbij voor een goed bestuur dat de negatieve ecologische (en maatschappelijke) effecten als gevolg van de komst van riviercruiseschepen sterk beperkt zouden moeten worden. De sector heeft hier nog een slag te maken met verduurzaming, met name op het gebied van beperken van de uitstoot. Walstroom is de meest logische oplossing die hier uitkomst kan bieden. Durft een gemeentebestuur positie in te nemen en hiervoor te kiezen? Een gemeente kan zelf bepalen welk type rederijen, type toeristen of type schepen zij wil verwelkomen. Deze afweging kan gebaseerd zijn op economische argumenten (sommige groepen besteden meer dan andere) of keuzes ten aanzien van duurzaamheid. Welk aspect uiteindelijk zwaarder weegt, blijft een politieke keuze.

HOE GA JIJ HIER ALS GEMEENTE MEE AAN DE SLAG?
Wil jij als bestuurder meer weten over de impact van riviercruiseschepen op jouw regio? Wij helpen graag met het in beeld brengen van de economische, maatschappelijke en ecologische waarde van de toeristische sectoren of het gehele toerisme in jouw gemeente of regio. Daarnaast maken we de balans tussen deze waarden inzichtelijk. Wil je hier meer informatie over? Of heb je vragen over hoe je hier de juiste beleidskeuzes in maakt? Neem dan contact met ons op. We gaan graag samen met je aan de slag!
MEER WETEN OVER DIT ONDERWERP?
EENS VAN GEDACHTEN WISSELEN?
We komen graag met je in contact!